• Reclame
  • Bedrijfsjournalistiek
  • Tekstredactie
  • Interviews
  • Onderwijs
  • CD-recensies

René Leverink Tekst

  • Home
  • Over René Leverink Tekst
  • OCW / blog
  • Taal & Communicatie / blog
  • Assortiment
  • Contact
Je bent hier: Home / Archief voor BWV 137

Psalter en harp, ontwaak!

2 december 2017 Reageer

Het onvolprezen internetproject All of Bach trakteert ons deze week op de korte cantate Lobe den Herren, den mächtigen König der Ehren (BWV 137). Schitterend – maar om uit te leggen waarom precies, daarvoor mankeert het de OCW-redactie aan muzikale bagage. Laten we daarom de begeleidende tekst maar citeren.
“Bach stelde zichzelf in dit stuk duidelijke kaders. Hij gebruikt de complete, ongewijzigde tekst van een bekend kerklied van Joachim Neander. Het oorspronkelijke lied heeft vijf coupletten en de cantate bevat evenzoveel delen. Recitatieven zijn er niet. Zo’n stuk wordt ook wel een koraalcantate genoemd.
Pas aan het slot klinkt het koraal op de vertrouwde manier, in een vierstemmige zetting met de melodie in de bovenste partij. In de eerste vier delen heeft Bach het materiaal op verschillende manieren ingevlochten. Hij neemt daarbij, zoals dirigent Peter Dijkstra in het interview uitlegt, telkens een ander aspect van de tekst als uitgangspunt en laat zich in de muziek daardoor inspireren. In het openingskoor zijn het de sopranen die de koraalmelodie laten horen. In de eerste aria zingt de alt de tweede strofe in versierde vorm, terwijl een soloviool er met passagewerk omheen dartelt. Bach heeft deze aria later omgewerkt tot een van zijn Schübler-Choräle voor orgel, BWV 650. In de volgende aria, een duet van sopraan en bas met als begeleiding een duet voor twee hobo’s, gebruikt Bach slechts de eerste noten van de koraalmelodie als kopmotief. De derde aria bevat een expressief beweeglijke zangpartij voor de tenor, terwijl de eerste trompet of hobo het volledige koraal blaast. De basistoonsoort a klein van deze aria en het C groot van de koraalmelodie zorgen voor een intrigerend harmonisch spanningsveld.
Uit de afwisselende manier waarop Bach het koraal in deze cantate heeft verwerkt, valt af te lezen dat hij zich het gevaar van een zekere eenvormigheid heeft gerealiseerd. Om een driedelige maatsoort kon hij niet heen, maar met de toonsoorten ondernam hij een kleine rondreis. Van C groot gaat het naar G groot, naar e klein, naar a klein, waarna de cantate naar C groot terugkeert.”
Klik hier voor de tekst plus de Nederlandse vertaling.
Om in de stemming te komen alvast deel 2, de aria, maar dan in een andere uitvoering.

Categorie: Onderwijs, cultuur & wetenschap Tags: Bach, BWV 137

Over René Leverink Tekst

reneCopywriting, journalistiek, tekstuele adviezen. Daarnaast actief in het onderwijs. Communicatie als dagelijks werk. Met, als het enigszins kan, onalledaagse oplossingen. Sinds 1986.

LinkedInTwitter

Recente blogberichten

  • Napoleon gepodcast 10 mei 2021
  • Drugs en rituelen 8 mei 2021
  • Roodgloeiende klinknagels in een tinnen handschoen 4 mei 2021
  • Berlijn op de computer 1 mei 2021
  • Véél hoger dan de leeuwerik 19 april 2021

Ontvang blogberichten per mail

door Aftrap Communicatie