Nog nooit, schreef Felix Mendelssohn aan zijn broer Paul, was een stuk van hem bij de eerste uitvoering zo enthousiast ontvangen. Tien jaar had hij aan zijn oratorium Elias gewerkt en nu, juni 1848, was het zover: de première in het stadhuis van Birmingham. Het tweeduizendkoppige publiek was uitzinnig en hield niet op met applaudisseren. Drie-en-een-half uur duurde het concert; naast de Elias dirigeerde Mendelssohn ook nog Haydns Schöpfung en delen van Beethovens Missa Solemnis. In de Thomaskirche te Leipzig beperkten het Konzertchor Leipzig en de Staatskapelle Halle zich zaterdagavond tot de Elias – nog altijd goed voor 2,5 uur keiharde kerkbank. Het oratorium
gaat over de prominente oudtestamentische ‘Überprophet’ (zo betiteld in het programmaboekje) Elias, die het Joodse volk, dat onder druk van zijn afvallige koning Ahab is overgestapt op de verering van de afgod Baal, terug op het juiste pad probeert te brengen. Hij boodschapt dat God een jarenlange, verschroeiende, allesverwoestende droogte voor Israel in petto heeft, en alleen te vermurwen is door Baal af te zweren, boete te doen en weer voor Hem te knielen, want hij is een ‘eifriger Gott’, die niemand naast zich duldt. Na zware ontberingen slaagt Elias in zijn missie. De uitvoering in de kerk waar Johann Sebastian Bach (een eeuw later door Mendelssohn uit zijn naargeestige vergetelheid verlost) jarenlang de muzikale dienst uitmaakte, was indrukwekkend. (De opname hieronder is van een recente uitvoering door de Audi Jugendchorakademie en de Akademie für Alte Musik Berlin in Brixen, Italië.)
Geef een reactie