Het zo goed als vergeten Nederlands-Engels kunstenaarsechtpaar Christoffel en Kate Bisschop leefde in de tweede helft van de negentiende eeuw. In hun tijd waren ze als schilders bijzonder succesvol – en schatrijk. Ze verkeerden in de high society en schilderden voor de hoogste kringen, tot aan het koninklijk hof toe. Ze hadden dus niets te klagen, maar voelden zich desondanks niet echt thuis in hun wereld van toen. Ze verlangden terug naar twee eeuwen eerder, naar de glorieuze stijl van de zeventiende eeuw. Zo richtten ze ook hun huis in Scheveningen in. Ze verzamelden talloze antieke meubels en voorwerpen uit de Gouden Eeuw. Die zijn vaak terug te vinden in hun werk, dat nu te zien is in het Fries Museum (Christoffel is in 1828 geboren in Leeuwarden, vandaar). De tentoonstelling laat zien dat de beide kunstenaars ten onrechte in vergetelheid zijn geraakt. Het werk van Kate is net wat preciezer dan dat van haar man. Christoffel kenmerkt zich door een lossere, meer schetsmatige manier van schilderen – iets meer bravoure, zeg maar. Geen wonder dat hij wel de Friese Vermeer werd genoemd. Toen hij eenmaal zijn thema gevonden had (Hindelooper interieurs met ingetogen huiselijke taferelen, van het slijpen van schaatsen tot het treuren om een doodgeboren kindje), wist hij in zijn werk een internationaal erkend hoog niveau te bereiken. De tentoonstelling brengt de totstandkoming van de schilderijen met behulp van de originele props op een aansprekende manier tot leven.
Klik hier voor de aflevering Christoffel en Kate Bisschop in de NPO-serie Nu te zien.
Bron afbeelding De Leekster tak: Fries Scheepvaartmuseum, objectnummer FSM-1988-186, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=107654225
Geef een reactie