Om je schrap te zetten tegen alle wreedheden in The Painted Bird (Tsj, 2020), de verfilming van het boek van Jerzy Kosinkski, is het wel een idee om thuis te kijken, op Picl. Als het dan te veel wordt, kun je moeiteloos pauzeren of afhaken, en hoef je niet, zoals bij de wereldpremière in Venetië gebeurde, kotsend naar de uitgang van de filmzaal te stommelen en klappen uit te delen aan degenen die je ongewild de vluchtweg versperren. Is hij echt zo gruwelijk, deze roadmovie over een Oost-Europees Joods jongetje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in zijn eentje pesterij, sadisme en buitensporig oorlogsgeweld moet trotseren? Ja en nee. Wat er allemaal gebeurt is op zich inderdaad niet om aan te zien, maar – nee – je hóeft het gelukkig niet allemaal aan te zien: de meeste gruweldaden worden meer gesuggereerd dan daadwerkelijk in beeld gebracht. Ook hebben de fraaie,stemmige zwartwitbeelden een dempende werking op de visuele impact van al het bloederige geweld. Wat niet wegneemt dat het verhaal van het zwijgzame, moreel steeds verder afglijdende jongetje je soms de adem beneemt. Telkens als hij het pad kruist van een mogelijke redder in nood, volgt er een ontluisterende sequentie van hoop, inzicht, teleurstelling, geweld en verdere vlucht.
Geef een antwoord