Vier jaar geleden verscheen Karel van het Reve voor beginners, een keuze uit zijn kortere stukken. Inmiddels zijn de lezers van toen groot geworden. Daarom is er nu Karel van het Reve voor gevorderden. Die kunnen ook wel wat langere stukken aan. Zoals Siberisch dagboek (1964), waarin Van het Reve verslag doet van een reis met de Transsiberië Express. Hij vertelt over zijn landgenoot Oom Fok, die hij in Moskou ontmoette en die vond dat het ijs dat je op straat kon kopen naar petroleum smaakte, terwijl dat volgens Van het Reve, die het Russische ijs ‘het lekkerste van alle ijzen’ vond, nou juist het enige naar petroleum smakende ijsje in heel Moskou moet zijn geweest.
In Der Zauberberg (1971) hangt Van het Reve, zoals wel vaker, bewust een beetje de onnozele uit, als hij beschrijft hoe hij als middelbare scholier dacht een onbekend meesterwerk ontdekt te hebben, tot zijn vriendjes hem uitlegden dat die Thomas Mann een beroemde schrijver was en Der Zauberberg een van zijn beroemdste boeken.
Berucht is Het raadsel der onleesbaarheid, (1978) waarin Van het Reve de vloer aanveegt met de literatuurwetenschap. Toen hij twintig jaar eerder docent Slavische letterkunde werd aan de Rijksuniversiteit van Leiden, vroeg hij zich af: wat moet ik de kinderen vertellen over literatuur? Hij besloot zich te verdiepen in de literatuurwetenschap, in de verwachting daarna wel ‘ten naaste bij’ te weten wat hij zijn studenten moest vertellen over literatuur. “Maar zo ging het niet. Het ging heel anders. Er gebeurde iets heel vreemds: ik merkte dat ik met literatuurwetenschap niet kon kennismaken, en wel omdat ik er niet in slaagde de teksten, door die literatuurwetenschap voortgebracht, te lezen. Dat was mij fysiek niet mogelijk.”
Zie ook: In zijn broek gescheten, over Karel van het Reve voor beginners
Geef een reactie