Na zijn vlucht uit Oost-Duitsland, begin jaren zestig, toen het nog net kon, schrijft de jonge kunstenaar Kurt Barnert zich in aan de vooruitstrevende kunstacademie van Düsseldorf. Verlost van het opgelegde sociaal-realisme zoekt hij wanhopig hij naar een eigen stijl. Hij wordt onder de hoede genomen door de excentrieke artistiek-directeur van de academie, die sterk doet denken aan Joseph Beuys. Deze vertelt hem hoe hij in de oorlog meer dood dan levend uit een vliegtuigwrak werd gehaald, na boven de Krim te zijn neergehaald. Nomadische Tataren lapten hem weer op. Met vet en vilt repareerden ze zijn gehavende schedel. Vet en vilt is sindsdien het wezen van zijn existentie en zijn kunstenaarschap. Kurt begrijpt het. Zijn taak als kunstenaar is de waarheid te schilderen en daar zover in te gaan dat uiteindelijk het werk autonoom wordt, met een eigen zeggingskracht, onafhankelijk van de maker. Net als in Das Leben der Andern laat regisseur Florian Henckel von Donnersmarck in Werk Ohne Autor (Duitsland, 2018) zien hoe de geschiedenis het leven van het individu bepaalt en hoe dat individu zich aan die invloed probeert te ontworstelen. Soms met succes, vaak vergeefs. Het verhaal over de jonge kunstenaar Kurt is losjes gebaseerd op de biografie van Gerhard Richter, momenteel de ‘duurste’ levende schilder ter wereld. Dit betekent dat Werk Ohne Autor minder exemplarisch is dan Das Leben der Andern, al zou de les kunnen zijn dat je altijd moet blijven zoeken naar datgene wat jou als persoon uniek maakt.
Geef een antwoord