“De pest van formeren in Nederland is dat dit proces wordt beheerst door bevangenheid, ingegeven door wantrouwen, angst voor toekomstig zetelverlies of strategische waanwijsheid.” In Trouw (zaterdag 25 maart 2017) pleit columnist Hans Goslinga voor moedig leiderschap bij de samenstelling van het nieuwe kabinet. Terwijl in de campagnes het woord ‘klimaat’ nergens te horen was (niet leuk voor de mensen), vindt Goslinga dat het terugdringen van de opwarming van de atmosfeer het voornaamste uitgangspunt zou moeten zijn van de kabinetsformatie. Door de jarenlange ‘marginalisering en ridiculisering van de milieupolitiek’ als ‘kleinlinkse hobby, verbonden met geitenwollensokken en luchtfietserij’ bungelt ons land achteraan in de strijd tegen klimaatverandering. Zelfs de werkgevers geven prioriteit aan de overgang van fossiele naar duurzame schone energie. Volgens Goslinga kan ‘de uitdaging (…) een stevig politiek project opleveren dat, als bijvangst, een einde kan maken aan de jarenlange fixatie op het immigratie- en integratiebeleid. Die overmatige aandacht heeft een verscheurend effect op de natie gehad en daarmee op de politieke verhoudingen.’ En bijvangst twee: ‘je hervindt met een hernieuwde strijd tegen het water als vanzelf de verloren nationale identiteit. Denkend aan Holland…’ ziet Goslinga Klaver regeren.
Geef een reactie