Gezicht op kerstmis
Herfstnevels. De nutteloze geilheid der namiddagen.
De getuchtigde kapper. De geknielde pianist.
Een opbeurend woord hier, een kwinkslag daar,
zo gaat het tenslotte, het leven stelt zijn eisen.
En dan, tussen twee invallen van de politie, de dichter,
of schrijver, of allebei, of geen van beide, S.V.,
die mij verzoekt, hem te vereeuwigen in een geschrift.
Ik wil een gedicht schrijven op God Zijn verjaardag:
Wanhopig drinkend onder keukenlicht
zie ik U buiten, Zegevierende,
Zoon, die de Dood zijt, Troost, Vergetelheid.
Gerard Reve, Nader tot U
Simon Vinkenoog?