In 1936 keken de wereldmachten toe hoe in Spanje een hoopgevende linkse sociale revolutie door de fascisten van Franco bloedig om zeep werd geholpen. In 2014 kijkt de wereld toe hoe een hoopgevende Koerdische sociale revolutie in de Noord-Syrische regio Rojava door de fascisten van IS meedogenloos de grond in wordt geboord. Er zijn zeker verschillen tussen toen en nu, maar ook frappante overeenkomsten, legt antropoloog David Graeber vandaag glashelder uit in The Guardian. De Spaanse revolutionairen propageerden een samenleving die voor de hele wereld een inspirerend model kon zijn, met directe democratie in de steden, fabrieken geleid door arbeiders en erkenning en brede inzet van de kracht van vrouwen. In Rojava, het autonome gebied rond het zwaar belaagde Kobani, pronken de Koerden sinds het verdrijven van de regeringstroepen van Assad in 2011 met een boeiend en succesvol democratisch experiment. Comités uit de bevolking nemen belangrijke politieke beslissingen. Het dagelijks bestuur van zo’n comité bestaat uit een Koerd, een Arabier en een christen. Minstens één van hen is een vrouw. Net als destijds in Spanje is er een speciaal vrouwenleger dat voorop loopt in de strijd tegen IS. De sociale, grensoverschrijdende Koerdische democratische revolutie zou een model kunnen zijn voor een nieuwe sociale structuur in het hele Midden-Oosten. Maar de wereld wil het niet zien en laat Kobani stikken. De Verenigde Staten delen voor de vorm wat militaire speldenprikken uit. Turkije kijkt toe en belet zelfs de Turkse Koerden hun broeders aan de andere kant van de grens te hulp te schieten. Want de Koerden, dat zijn nog altijd terroristen, in de ogen van Erdogan. Terwijl het oogmerk van de Koerdische rebellen allang niet meer een eigen staat is, maar hooguit een bevredigende mate van democratisch zelfbestuur. Zoals in Rojava. Zie ook: Overal in Europa eisen Koerden militaire actie tegen IS (roarmag.org).
Turkse politie zet traangas en waterkanonnen in tegen Koerdische demonstranten:
Geef een antwoord