Prachtig, die Afrikaanse knieën onder die Schotse kilt. Open Culture vraagt aandacht voor een curieuze uitvoering van John Coltrane’s meesterwerk A Love Supreme door doedelzakspeler Rufus Harley (1936-2006). Hij had al diverse instrumenten uitgeprobeerd – saxofoon, fluit, hobo, klarinet, toen Harley in 1963 bij de begrafenis van John F. Kennedy de Black Watch Scottish Marching Band zag optreden. Hij was meteen verkocht en schafte zich in een uitdragerij voor 120 dollar een tweedehands doedelzak aan. Hij oefende dag en nacht. Als zijn buurvrouw het gejank niet langer kon aanhoren en de politie op hem afstuurde, verstopte hij de doedelzak, ontkende alles en vroeg met zijn onschuldigste negergezicht: zie ik er soms uit als een Schot? Nog geen jaar later verscheen zijn eerste LP Bagpipe Blues, in 1966 gevolgd door Scotch & Soul. Hoewel een deel van het jazz-establishment de neus optrok voor deze nieuwlichterij, wist Harley jazzfans en traditionele doedelzakliefhebbers over de hele wereld (Afrika, India, Europa, natuurlijk inclusief de Schotse Hooglanden) te verenigen in hun waardering voor zijn gewaagde cross-over. Rufus Harley maakte diverse eigen albums, maar trad ook op als sideman bij grote namen als Roy Ayers, Herbie Mann en Sonny Rollins. Op diens LP The Cutting Edge (1974) levert Harley een sensationele bijdrage aan Swing Low Sweet Chariot. Na een drie minuten durend, hallucinerend introduet van Rollins en Harley breekt de band los in een stampende feestuitvoering van deze swingende gospel.
Geef een reactie