Het was kerstmis in de gevangenis. En het eten smaakte goed. We kregen kalkoen en uit hout gesneden pistolen. En ik droom steeds over haar, zelfs als ik niet droom, haar naam ligt op mijn tong en haar bloed stroomt door mijn aderen.
Wacht nog even, eeuwigheid, moedertje Natuur heeft toch niets aan mij. Kom naar me toe, ren naar me toe, kom nu naar me toe, zo gaat-ie goed, we zitten in een flow, oh God!
Ze doet me denken aan een schaakpartij met iemand die ik bewonder, of aan een picknick in de regen na een brand op de prairie. Haar hart is zo groot als deze hele godvergeten gevangenis, en ze is zoeter dan de zoetjes die je bij de drogist koopt.
Het zoeklicht op de binnenplaats draait rond met het geweer en doet de sneeuwvlokken oplichten als stof in de zon. Het is kerstmis in de bajes, vanavond is er muziek. Ik krijg vast heimwee. Ik hou van je. Welterusten.
Geef een reactie